Bentley Continental

VW ontwikkelt de Bentley Continental van coupé tot voertuigfamilie

De luxe Britse autoproducent Bentley, die in 1931 onder het dak van voormalig concurrent Rolls-Royce was gekropen, leverde in 1952 met zijn tot Continental gedoopte serie weer een bijdrage aan zijn traditie als fabrikant van sportief gemotoriseerde coupés uit de hogere klasse. Maar zo vlak na de oorlog bleek het ondanks de eretitel snelste coupé ter wereld moeilijk te zijn om genoeg geld te verdienen met zulke in een kleine oplage geproduceerde, bijzondere auto’s. Na de productiebeëindiging van de eerste Continental generatie in 1955 rolden er daarom in een periode van bijna dertig jaar uitsluitend sedans en cabriolets onder het merklabel Bentley van de band, die met uitzondering van de aandrijving nagenoeg identiek waren aan de producten van Rolls-Royce. Pas in de jaren ’80 investeerde de moeder van het concern weer geld in een speciaal voor Bentley ontwikkelde coupé. Deze kwam in 1991 onder de oude benaming Bentley Continental R op de markt. De economische ondergang van de legendarische autofabrikant en Britse hofleverancier liet zich hier echter niet door tegenhouden. In 1998 kocht het VW-concern Bentley op en ontwikkelde vanaf 2003 met een compleet veranderd design en met VW-techniek, een volledige voertuigcollectie onder de naam Bentley Continental. Deze bestond uit coupés, sedans en cabriolets. Ondanks deze traditiebreuk bleef één ding echter bij het oude: ook onder de regie van VW rolde de Bentley Continental als snelste auto van zijn klasse van de band.

De historische coupé Bentley R Continental (1952-1955)

Het oertype van de Bentley Continental ontstond in 1952 als vierdeurs coupé op basis van de sedan van het Bentley R type. Het moederbedrijf Rolls-Royce had deze in 1949 onder de naam Silver Dawn als één van de eerste ontwikkelingen na de oorlog op de markt gebracht. De Bentley coupé was uitgerust met de 4,5 liter motor die eveneens in de sedans gebruikt werd. Vanaf 1954 werd deze door een grotere 4,8 liter zescilinder vervangen. Hiermee haalde de tweedeurs coupé met het Bentley vleugellogo een maximumsnelheid van bijna 189 kilometer per uur. Dit was destijds een recordwaarde in deze voertuigklasse. Voordat de productie in 1955 werd beëindigd, werden er van de Bentley R Continental maar iets meer dan 200 exemplaren met de hand vervaardigd.

De coupés uit de Bentley Continental serie (1991-2003)

De opvolger van de historische Continental kwam uit in 1991 en was wederom een coupé. Het was de eerste eigen ontwikkeling van Bentley in bijna drie decennia. Ondanks een indrukwekkend gewicht van 2,5 ton, een totale lengte van bijna 5,35 meter en een breedte van 2,04 meter, lukte het de ontwerpers om de nieuwe generatie een klassiek-moderne elegantie te geven die de Bentley duidelijk van de enorme Rolls-Royce modellen en de daarvan afgeleide anderen Bentley’s onderscheidde. De motortechniek en de basis van de coupés stamden af van de Bentley Turbo R. Uitgerust met de aandrijvingen van dit model beschikte de Bentley Continental R over 242 kW (325 pk). De coupé haalde hiermee een maximumsnelheid van 233 km/u. Nog beter presterende uitvoeringen werden vanaf 1996 in de collectie opgenomen met de Continental T met verkorte wielbasis en de Continental Mulliner. Hiermee had de luxe coupé een prestatievermogen van 313 kW (420 pk) en haalde hij een topsnelheid van bijna 275 km/u.

De Bentley Continental wordt vanaf 2003 opnieuw ontdekt

Met de overname van Bentley maakte de nieuwe eigenaar Volkswagen gebruik van de goede reputatie van de Continental-serie door hieruit zijn toekomstversie voor het merk Bentley te ontwikkelen. Een betere prijs, compacter, maar niet minder dynamisch en luxueus: zo hadden de Wolfsburgers de Bentley van deze tijd voor ogen. Onder de typebenaming Continental ontwikkelden ze sinds 2003 een compleet nieuwe voertuigfamilie met twaalfcilinder motoren en vierwielaandrijving waarmee Bentley tot dusver ongekende verkoopcijfers bereikte. Deze voertuigfamilie was niet in de laatste plaats ook gebaseerd op de kennis die zij hadden verworven bij de ontwikkeling van hun eigen premium model VW Phaeton. Tot deze nieuwe Continental-serie hoorden:

De turbogeladen coupé Bentley Continental GT, die met een lengte van 4,80 meter en een breedte van 1,91 meter aanzienlijk compacter was dan de voorganger die onder de regie van Rolls-Royce was ontstaan. Het GT-model had een prestatievermogen van 411 kW (560 pk) en accelereerde in 4,8 seconden van 0 naar 100 km/u. De maximumsnelheid lag op 318 km/u. In 2007 kwam er een topversie met 449 kW (610 pk) achteraan die de naamstoevoeging Speed had. Deze haalde 326 km/u en stelde Bentley weer veilig van de titel als snelste serie coupé ter wereld.

De in 2005 gepresenteerde en drie jaar later optisch licht bewerkte sedan Continental Flying Spur met een lengte van bijna 5,30 meter, die eveneens in een krachtige Speed-versie aangeboden werd en over maximaal 449 kW (610 pk) beschikte. De Flying Spur haalde 322 km/u.

De in 2006 geïntroduceerde cabriolet met stoffen dak Bentley Continental GTC met 411 kW (560 pk) en het in 2009 met een facelift van de cabrio ingevoerde Speed-model met 449 kW (610 pk). Deze haalde eveneens 322 km/u en accelereerde ondanks zijn totale gewicht van bijna 2,5 ton in een goede 4,8 seconden van 0 naar 100 km/u.