Ford Capri

Informatie over Ford Capri

De coupé Ford Capri moet de pony cars populair maken in Europa

Toen tegen het einde van de jaren ‘60 in Amerika de grote periode van de pony cars begon, de prijsgunstige sportcoupés met de snelle racemotoren, werd de Ford Mustang één van de meest prominente vertegenwoordigers van de voertuigklasse. Dit succes wilden de strategen van autofabrikant Ford in Europa herhalen met een speciaal voor de Europese markten ontwikkeld model. En met succes: de door de Duitse designer Uwe Bahnsen eerder elegant dan musculeus ontworpen coupé Ford Capri werd tussen 1968 en 1986 in twee nieuwe oplages uitgebracht en werd bijna twee miljoen keer verkocht.

Autosportfans waardeerden de tuningmogelijkheden van de Ford Capri

Het commerciële succes bracht de producent er uiteindelijk zelfs toe om de voornamelijk in de Duitse Ford fabrieken gebouwde Capri in Amerika aan te bieden. Terwijl de coupé daar één van de meest verkochte importauto’s werd zorgde de Capri er in Europa voor dat de aanbieder hier een nieuwe koperskring van jongere automobilisten voor zich won. Een wereldwijde cultauto zoals de Ford Mustang werd de Ford Capri echter niet. Maar bij tuning- en autosportliefhebbers had de coupé vooral in de Capri RS uitvoering evenwel een goede naam als sportauto. Direct vanuit de fabriek beschikte hij al over 150 pk en het prestatievermogen kon voor vrijetijdsgebruik zonder veel moeite gemodificeerd worden. De toppers werden naast de Ford Capri RS 2600 de in kleine oplage geproduceerde Capri Turbo met V6-motor evenals de met elementen van de Ford Mustang uitgeruste modellen met V8-motor die een prestatievermogen hadden tot 375 pk.

In 1970 komt de eerste Ford Capri RS met sportuitrusting op de markt

In de eerste bouwserie van 1968 tot 1974 werd de sportcoupé van Ford in zeven verschillende motorversies op de markt aangeboden. Het goedkoopste model was de Ford Capri 1300 met V4-motor en een bedaarde 37 kW (50 pk). Verder waren er nog coupés met een cilinderinhoud van 1,5 liter en 1,7 liter met een prestatievermogen tot 55 kW (75 pk). De V6-modellen met een cilinderinhoud van 2,0 tot 2,6 liter hadden een dynamischere motor. Ze beschikten over maximaal 92 kW (125 pk) waarmee de coupé een topsnelheid tot 190 km/u haalde. Het topmodel Ford Capri RS 2600 kwam in 1970 met 110 kW (150 pk) op de markt. De lager liggende en met sportstoelen uitgeruste RS accelereerde in negen seconden van nul naar honderd en kwam op een maximumsnelheid van meer dan 200 km/u. In 1972 vulde de producent de collectie aan met de Ford Capri 1600 GT en met de Capri 3000 (103 kW/140 pk).

Sportieve verbetering van de Ford Capri in de tweede modelgeneratie vanaf 1974

Ford bracht zijn sportcoupé in 1974 in de tweede generatie uit met een bewerkte voorkant en een grote achterklep. De rechthoekige koplampen werden vervolgens tijdens een modelonderhoud in 1978 door twee ronde koplampen vervangen. De kleinste motor van de nieuwe generatie was de Ford Capri met een cilinderinhoud van 1,6 liter en 51 kW (70 pk). De collectie werd aangevuld met twee 2,0 liter versies met tot 74 kW (101 pk) evenals met de Capri V6 met een cilinderinhoud van 2,3 en 2,8 liter met tot 118 kW (160 pk). Het topmodel was de Ford Capri 2,8 Turbo met 138 kW (188 pk). Deze accelereerde in acht seconden van nul naar honderd en haalde een maximumsnelheid van 220 km/u. In 1986 rolden in Duitsland de laatste coupés uit deze bouwserie van de band.