Renault busje

Het is grappig om te weten dat de oorsprong van het Renault busje bij de Franse overheid ligt. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Paul-Marie Pons de opdracht van de regering de Franse auto-industrie weer op te bouwen. Hij gaf Renault onder andere de taak om lichte bestelauto's te bouwen. Dankzij de Goulette en Estafette busjes staat Renault nu in de markt met een breed scala aan kleine en zwaardere bestelwagens.

Klassieke constructie

Renault kwam na Tweede Wereldoorlog eerst als militair voertuig en sinds 1947 ook als civiele bestelauto op de Franse markt. De bestelauto gaat sindsdien maar liefst met vier namen door het leven: de '1000 kg', de 'Fourgon', de 'Voltigeur' en de 'Goelette'. De Goelette had een klassieke opbouw met een ladderchassis en een houten frame als basis voor de carrosserie. Deze constructie en de grote wielen gaven de auto echter de stevigheid en een goede wegligging die vooral op het Franse platteland handig was om de slechte wegen te nemen. De Goelette droeg bij aan het economische herstel van Frankrijk en werd later op de tweedehands markt populair als kampeerwagen en in België als frietkot.

Marktkooplieden

De opvolger Estafette kwam in 1959 op de markt. De Estafette kenmerkte zich door de 'halve' schuifdeur voor de bestuurder en bijrijder. Dat is handig in het drukke stadsverkeer. Later kwam er een gewone ergonomische deur in het Renault busje. De Estafette kreeg in het begin de motor uit de kleine autok Dauphine, waardoor de prestaties van de bestelwagen nogal te wensen overlieten. De bestelauto met verhoogd dak was erg populair bij marktkooplieden, omdat de achterdeur uit drie delen bestond: de klep die halverwege opklapte, vormde een mooi afdakje voor de zon of regen, terwijl de twee onderste openslaande deuren toegang gaven tot de laad- en verkoopruimte. Het Renault busje werd geproduceerd in Frankrijk, maar ook in Algerije, Roemenië (Dacia) en in Mexico zelfs tot 1986.

Samenwerking GM

Na de Estafette kwam de Trafic in 1981 op de markt. Dit Renault busje werd in samenwerking met General Motors (Opel en Vauxhall in Europa en Chevrolet in de VS) gebouwd. Deze samenwerking bleef in stand tot en met de productie van de huidige modellen van Renault. Doordat Renault en Nissan samen gingen werken, werd het Renault busje ook als Nissan (Primastar) op de markt gebracht. Deze Trafic is als gebruikte auto opnieuw populair bij markthandelaren vanwege de lage prijzen. De Trafic begon ook met lichte motoren (1.4 liter benzine en 1.6 liter diesel), maar het gamma werd al snel zwaarder en steviger.

Zwaardere Master

Voor het zwaardere werk tot 3500 kg totaalgewicht kwam in 1980 meteen de Master (Opel Movano) op de markt, met zwaardere motoren én de keuze uit voor- of achterwielaandrijving, waardoor de auto ook in de bouw en bij hoveniers populair is. Zowel de Master als de Trafic zijn geliefd op de tweedehands markt en doen het -mede dankzij de stahoogte - goed als camper.