Ga naar hoofdinhoud
Vanwege onderhoud is AutoScout24 momenteel slechts beperkt beschikbaar. Dit betreft een aantal functies, zoals contact opnemen met verkopers, inloggen of beheren van uw voertuigen voor de verkoop.
Coupé AS24 1.jpeg

Coupé

1 / 5
Coupé AS24 1.jpeg
Coupé AS24 2.jpeg
Coupé AS24 3.jpeg
Coupé AS24 4.jpeg
Coupé AS24 5.jpeg

Sterke punten

  • Stijlvol design
  • Vaak sportieve prestaties
  • Soms vier of vijf zitplaatsen

Zwakke punten

  • Minder kofferruimte
  • Doorgaans hogere prijzen
  • Beperkte zitruimte

Knappe lijnen en sportieve aspiraties

De coupévorm dateert van ver voor de uitvinding van de auto, maar ook vandaag straalt het model nog prestige uit. Zo wordt dit koetswerk voornamelijk gebruikt bij duurdere en vaak krachtigere auto’s, die dan ook het nodige aanzien genieten. Toch zijn er hier en daar uitzonderingen waarbij constructeurs de iconische vorm toepasten om betaalbaardere modelletjes aantrekkelijker te maken.

Geschiedenis

De term ‘coupé’ komt uit het Frans en betekent letterlijk ‘afgesneden’. Nog voor de uitvinding van de automobiel werd de naam gebruikt om een type koets aan te duiden waarbij twee personen in de cabine pasten, en de koetsier voorop in de buitenlucht zat. In zijaanzicht zag het rijtuig eruit als een grotere koets die als het ware kort afgesneden was, vandaar de term.

Hetzelfde principe bleef overeind bij auto’s in de vroege 20ste eeuw. Ook hier zat de bestuurder vaak nog buiten en vertoefden enkel de rijke passagiers in een cabine, zoals bij de Bugatti Type 41 Royale. Pasten daar slechts twee personen in, dan sprak men over een coupé. Naarmate de tijden evolueerden werd het echter minder gebruikelijk om een chauffeur in te zetten, en ging de naam ook verwijzen naar auto’s waarin twee inzittenden – de bestuurder nu inbegrepen – pasten. Een vroeg voorbeeld is de Ford Model A Deluxe Coupé.

Wanneer de carrosserievormen zoals we die vandaag indelen tot stand kwamen, in de jaren ’40 en ’50, ging de term coupé steeds vaker verwijzen naar een auto met een schuin aflopende daklijn. Het aantal zitplaatsen speelde een steeds kleinere rol, net als de prijs. Zo kwamen er in de jaren ’60 steeds meer betaalbare coupés op de markt zoals de Fiat 850 Coupé of de Volkswagen Karmann Ghia, en die trend zette zich door tot diep in de jaren ’90. Toen werd de compacte coupé namelijk een trend, waarbij een stadswagen als de Ford Fiesta of de Opel Corsa als basis diende voor respectievelijk de Ford Puma en de Opel Tigra. Een laat voorbeeld van een betaalbare coupé is de Renault Laguna Coupé, maar nadien hield de gemiddelde constructeur het segment over aan de premiumspelers op de markt.

Soorten coupés vandaag

Het gros van de coupés vind je vandaag dus in de hogere segmenten. Zo bieden BMW, Mercedes en Audi bijvoorbeeld nog exemplaren aan in de vorm van respectievelijk de 4 Reeks, C-Klasse Coupé en de A5. Die worden echter steeds zeldzamer, waardoor constructeurs vaak opteren voor de vier- of vijfdeurs gran coupé. Die houdt nog vast aan de traditionele, aflopende daklijn maar trakteert het model toch op vier volwaardige portieren voor een gemakkelijkere instap. Mercedes gaf daarin het startschot met de CLS. Daarnaast is ook de SUV-coupé aan een opmars bezig, een segment dat bestaat uit hoogpotige modellen met een schuin aflopend dak. Ook dat was aanvankelijk voorbehouden aan premiummerken als BMW en Mercedes, maar sinds kort spelen ook Renault, Volkswagen en zelfs Toyota mee met modellen als de Arkana, Taigo en C-HR.

Toch hangt er nog steeds een imago van luxe en sportiviteit rond de coupévorm, en die is ook vandaag vaak nog terecht. Dat bewezen Toyota en Subaru recent nog met hun GT86/GR86 en BRZ, twee technisch identieke sportcoupés. Ook de Porsche 911 maakt al decennia furore met zijn coupévorm, en traditionele grand tourers zoals de Bentley Continental GT houden eveneens vast aan het elegante lijnenspel.

Prijzen voor coupés

De meeste coupés zijn dus prijzige auto’s, maar dat is en was niet altijd het geval. Vooral op de tweedehandsmarkt vind je al exemplaren vanaf zo’n 3.000 euro indien je tevreden bent met een Ford Puma of een Opel Tigra. Een hoogwaardiger model, zoals een gebruikte Audi A5 of BMW 3 Reeks Coupé, kost je iets meer dan 10.000 euro en wil je echt premium rijden, dan zit je voor zo’n 30.000 euro in een Jaguar XK.

De prijzen voor nieuwe coupés variëren al evenzeer afhankelijk van wat je zoekt. Zo is de Toyota GR86 de goedkoopste échte coupé van het moment, gevolgd door de BMW 2 Reeks Coupé. Die eerste kost net geen 35.000 euro en voor de BMW ben je 40.000 euro kwijt. Mag het een vierdeurs coupé zijn, dan zit je ook in een Mercedes CLA of BMW 2 Reeks Gran Coupé vanaf 35.000 euro. Een voorbeeld van een betaalbare SUV-coupé is dan weer de Renault Arkana, die maar iets meer dan 30.000 euro kost.

FAQ

Is een coupé altijd onhandig?
De coupé heeft niet de beste naam qua gebruiksgemak, aangezien die doorgaans slechts twee deuren en een lage carrosserie heeft. Tegenwoordig vind je echter genoeg voorbeelden van vierdeurs coupés en zelfs SUV-coupés met net zoveel binnenruimte als een model met een hogere daklijn.
Is een coupé altijd duur?
Coupés zijn vaak dure auto’s, maar niet altijd. Vooral sinds de jaren ’90 zijn er heel wat betaalbare coupeetjes op de markt. Zoek bijvoorbeeld maar eens naar een gebruikte Ford Puma van de jaren 2000, en probeer niet verleid te worden.